Soms vraag ik me wel eens af of bestuurders van auto’s het wel waard zijn om voor weggebruiker in aanmerking te komen. Sinds kort woon ik aan een drukke verkeersader die de betuwe met de rest van de wereld verbindt. Duizenden gebruiken deze weg als woon-werkroute. Op zich niks mis mee maar als je bedenkt dat de automobilist gemiddeld 3 stoplichten op een stukje van nog geen 200 meter tegenkomt dan kan je je voorstellen dat er tijdens de spits iedere dag een kleine chaos ontstaat. Om van mijn huis op de weg te komen heeft de wegbeheerder 2 grote kruizen op de weg geschilderd. Waar zouden die toch voor zijn? Grappig is dan ook de zenuwachtige blik in de ogen van de bestuurder als hij per ongeluk toch op het kruis belandt. Lekker puh, jij bent af. En ik blijf kijken 😉 Maar dan….dan sta ik dus in dezelfde rij naar boven. Als ik dus ergens een verschrikkelijke hekel aan heb dan is dat wel dat ik meer dan 1 x voor een stoplicht moet wachten. Dan zet ik langzaam mijn tanden in het stuur en begin het leer er vanaf te vreten. Mensen, bij oranje licht ben je verplicht om te stoppen tenzij je daarmee achteropkomend verkeer in gevaar brengt. Nee, dan zijn er van die dwazen die toch nog gauw even aansluiten achter het toch al stilstaande rijtje wachtenden voor een stoplicht verderop. Leuk, maar met een volledig geblokkeerde kruising blijft er voor de andere wachtenden niets anders over dan ook maar stil te blijven staan en wachten op het moment dat de lichten weer op groen gaan.